Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

stoop

betekenis & definitie

I. 1. bukken, zich bukken, vooroverlopen, gebukt lopen; fig zich vernederen, zich verlagen (tot to); 2. (voorover) buigen; stooped by age, krom van ouderdom; 3. het vooroverbuigen, gebukt lopen; fig nederbuigendheid; have a slight stoop, wat gebukt lopen.

II. stoep, bordes, veranda.

< >