Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Age

betekenis & definitie

I

1 ouderdom, leeftijd:
2 eeuw, tijd; age of discretion, jaren des onderscheids (14 iaar); (old) age, ouderdom,

oude dag; full age, meerderjarigheid; for ages, een eeuwigheid; of age, meerderjarig; come of age, meerderjarig worden;

ten years of age, tien jaar oud; over age, boven de jaren; under age, minderjarig;

II verouderen, oud worden;

III oud maken.

1 aged, oud, bejaard, bedaagd.
2 aged six zes jaar oud.

< >