I. breuk; ‘t verbreken; scheuring;
II. verbreken, breken, doen springen [aderen]; be ruptured, een breuk krijgen;
III. breken, springen [aderen].
Gepubliceerd op 07-04-2022
betekenis & definitie
I. breuk; ‘t verbreken; scheuring;
II. verbreken, breken, doen springen [aderen]; be ruptured, een breuk krijgen;
III. breken, springen [aderen].
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: