Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 21-03-2022

join

betekenis & definitie

I. verenigen, samenvoegen, verbinden (ook: join up); leggen (zetten) [bij of tegen]; paren aan; bijvoegen of toevoegen (aan to); zich voegen (aansluiten) bij, zich verenigen met, toetreden tot; join hands.

1. de handen vouwen; elkaar de hand geven;
2. fig de handen ineenslaan; elkaar de hand reiken; join the majority, doodgaan; I cannot join you, ik kan niet van de partij zijn of niet komen;

II. zich verenigen of verbinden, (aaneen)sluiten; zich associëren; dienst nemen (ook: join up); join in, deelnemen aan [gesprek]; meedoen (aan), meezingen, invallen; join in their prayers, meebidden; join with him, zich bij hem (zijn zienswijze) aansluiten;

III. aaneenvoeging, verbinding.

< >