(Suurhusen, OostFriesland 1737 - Veendam 1817)
Schoolmeester en organist. Heette aanvankelijk Marien Jellen, na zijn vestiging te Groningen voegde hij daaraan ‘Zuidhof toe. Hij was van 1758-1786 o.a. in Bonda werkzaam als schoolmeester/organist. Van 1787-1789 werkte hij in de stad Groningen en gaf hij daar onderricht in wiskunde, muziek en Hoogduits. Vervolgens was hij tot zijn dood schoolhoofd (en voorzanger) te Veendam, waar hij ook onderwijs gaf in de stuurmanskunst. Hij had grote belangstelling voor de zeevaartkunde en de wiskunde en was o.a. in 1778 een der oprichters van het huidige Wiskundig Genootschap; hij publiceerde verschillende werken op dit gebied, zoals Rekenkundige byzonderheden (1788), Arithmetica of rekenkunst (1802) en Meetkundig Rekenboek (1803).
Van muzikaal belang zijn o.a. zijn verzameling disposities van orgels uit zowel Nederland als Oost-Friesland, het door hem mogelijk tijdens zijn verblijf in de stad Groningen geschreven Psalm-Boek voor het Orgel (met bijdragen van o.a. J.W. Lustig en met composities van eigen hand) en de bundel Evangelische Gezangen (ca. 1810).