Heeft in Groningen bij Zoutkamp en bij Kommerzijl plaatsgevonden. Dit geschiedde door winning van veen dat met zout zeewater was doordrenkt, zoals onder de klei op de kwelders en slikvelden noordwestelijk van Kommerzijl.
Na drogen en verbranden werd de zoute as in grote potten met zeewater - zoutpannen - gedaan. Het zout loste op, de as bleef drijven en werd afgeschept. In zoutketen werd het extra zoute water ingedampt tot het zout overbleef. Jonker Wigbolt van Ewsum van Nienoord in Leek had dit idee van zoutwinning opgedaan bij een van zijn vele buitenlandse reizen en wist drie Keulse zakenlieden te interesseren voor dit project. De in 1571 gestarte compagnie werd ‘Nord Salzburg' genoemd. Wigbolt van Ewsum moest deze onderneming als gevolg van financiële perikelen in 1576 overdragen aan de Keulenaars. In 1577 viel de compagnie uiteen en in 1579 werd ze ontbonden.Nu wordt zout uit de Perm-periode gewonnen uit zoutkoepels in de ondergrond nabij Winschoten en oostelijk van Veendam. De bovenkant van deze zoutkoepels zit ondiep, respectievelijk op ca. 450 en 170 meter. Dit zout wordt gebruikt voor de sodaproductie bij AKZO-Nobel in Delfzijl.
Ten westen van Veendam wordt op ca. 1.400 m diepte kalium-magnesiumzout gewonnen voor de productie van magnesiumoxide. Het zout wordt gewonnen door via boorgaten water in het zout te pompen en het vervolgens als pekel weer op te pompen.
Lit.: G. Hadders, Leekster Schans, Schakel in een keten. Tussen Wigbold en Willem Lodewijk. tussen toen en nu (Leek 1992).