Natuursteensoort, bestaande uit kwartskorrels (zand) die door een bindmiddel aan elkaar zijn gekit. Zandsteen werd vanaf de late 10de eeuw in Nederland aanvankelijk gebruikt voor sarcofagen en doopvonten, later ook als bouwmateriaal.
In Groningen gaat het meestal om rode of geelkleurige zandsteen. De rode is afkomstig uit het stroomgebied van de Weser en dat van de Main, aangevoerd via respectievelijk de Noordzee en de Rijn/IJssel. De rode kleur is te danken aan ijzerhoudend bindmiddel. Daarnaast werd, sinds de 12de eeuw, ook Bentheimer zandsteen toegepast. Deze geelwitte steen is afkomstig uit de groeven van Bentheim en Gildehaus, even over de grens bij Oldenzaal.Lit.: E.J. Haslinghuis en H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie (Leiden 1997); A. Slinger, H. Janse en G. Berends, Natuursteen in Monumenten (Zeist en Baarn 1980).