De polders langs het Wad, tussen de Middendijk en de nieuwe zeedijk. Landwaarts, dus tussen de Oude Dijk en de Middendijk, liggen de vroeger bedijkte gronden, die nog altijd Uiterdijks heten.
De Wadpolders en Uiterdijks beslaan samen 12.000 ha. De Wadpolders zijn, van het W. naar het O.: de Panserpolder, de Kerkvoogdijpolder (1927), Torringapolder (1819), de Midhuister of Vierhuister Polder (1804), de Hornhuister of Zesboerenpolder (1806), de Zevenboerenpolder (1801), de Bokumer Ikemapolder (1809-1815) en de Feddemapolder (1804). Daarboven langs de zeekant de Westpolder (1875), de Julianapolder (1924) en de Negenboerenpolder (1873). Verder naar het O. de Noordpolder (1811), de Uithuizerpolder (1827) en de Oostpolder (1841). Ten N. daarvan de Lauwerspolder (1892) en de Eemspolder (1876). De nieuwe aanwinsten zijn De Slikken, als Linthorst Homanpolder bebouwd in 1941, en de Emmapolder (1943-44), 900 ha.