Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Veevoerindustrie

betekenis & definitie

Speelde in de typische akkerbouwprovincie Groningen een ondergeschikte rol. In 1892 werd de eerste aankoopcoöperatie opgericht, waarna er spoedig meer volgden.

In 1921 ontstond via de afdeling aankoop van de standsorganisatie een samenwerkingsverband tussen deze landbouwcoöperaties, o.a. de Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging ‘Algemeen Belang’ b.a. te Musselkanaal (ABM) en ‘Boerenbelang’ in Hoogezand (later COBO). Kort na het begin van WOII werd door de (te) grote invloed van de bezetter besloten tot een andere structuur. Dit leidde in 1942 tot de oprichting van de Coöperatieve ‘Aankoop Centrale Groningen’ (ACG), waarvan zo’n tachtig plaatselijke verenigingen lid waren. Na 1970 konden ook individuele boeren lid worden van deze centrales. In 1982 ontstond ACECO (Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging ‘ACECO' b.a. te Groningen) uit een fusie van ACG met COBO en met bedrijven in Groningen en Delfzijl. Naast de coöperatieve bedrijven waren er grotere mengvoerfabrieken in Baflo, Jipsingboertange en in Hoogkerk (in 1986 gesloten). In Stroobos staat een mengvoederfabriek van Sikma’s Veevoeders (voorheen SLUMP B.V.); dit was de enige mengvoerfabriek in de provincie Groningen, voordat Stroobos bij de

provinciegrenswijziging van 1991 bij Friesland kwam.

Zowel coöperatieve als particuliere veevoerbedrijven fuseerden als gevolg van schaalvergroting.

< >