Gron.: Ollerom.
Wierdedorp in de gemeente De Marne ten N.O. van Zoutkamp aan het Hunsingokanaal; tot 1990 hoofdplaats van de gelijknamige gemeente, in 1972 uitgebreid met een deel van het Lauwersmeergebied (voormalige Lauwerszee). Bij de gemeentelijke herindeling werd deze gemeente samengevoegd met die van Leens, Kloosterburen en Eenrum, tot 1992 onder de naam Ulrum, sindsdien onder De Marne. Tot de oude gemeente Ulrum behoorden voorts de dorpen Vierhuizen, Zoutkamp, Niekerk en Houwerzijl en de buurtschappen en streken De Houw, (De) Klei, De Hucht, Elens, Menneweer, Midhuizen, Westpolder, Midhalm, Panswer, Vliedorp, De Hoogte, Robbenoort en Lauwersoog. De plaats wordt ontsloten door de snelweg Groningen-Lauwersoog, aangelegd op een oud lokaal spoortraject.
Het dorp is aangelegd op twee rechthoekige wierden en ontwikkelde zich vooral in de tweede helft van de 19de eeuw door de bloei van de landbouw tot een aanzienlijke plaats in De Marne. De rechthoekige structuur is in het huidige stratenpatroon goed terug te vinden.
Op de westelijke wierde is de hervormde kerk gebouwd. De in oorsprong romaanse bakstenen kerk uit de late 12de eeuw is in het tweede kwart van de 13de eeuw in oostelijke richting in romano-gotische stijl uitgebreid. De helft van het westelijke deel der kerk is in de 15de eeuw benut voor de bouw van een toren. In 1630 kreeg de toren zijn huidige vorm. Bij de ingrijpende restauratie door C.H. Peters (1916-1917) zijn veel bouwkundige details gereconstrueerd en is het interieur, met inbegrip van de koepelgewelven, grotendeels ontpleisterd.
De kerk bezit een gave inrichting met een preekstoel ca. 1745 van Jan Bitter met snijwerk van C. Struiwig en een herenbank uit ca. 1660. Het orgel van N.A. Lohman uit 1806, met snijwerk van M. Walles is in 1867 door P. van Oeckelen verbouwd. In de toren hangen twee klokken, van Herman 1478 en P. Overney 1698.
De gereformeerde kerk is in 1901 gebouwd door architect-aannemer L. Reitsma, de vader van E. Reitsma.
De borg Asinga werd in 1809 in de Doelen te Groningen publiek en op afbraak verkocht door de laatste heer J.C.F. baron van In- en Kniphuizen. Vermeldenswaard zijn de voormalige tramremise van de paardentram tussen Ulrum en Winsum (1897-1922); weegbrug van architect W. Reitsema (1939).
In Ulrum had in 1834 de Afscheiding plaats.
In de 11de eeuw UUluiringhem, Wolviringhem en Uluringhem. Germaans Wulfaharinga-haim = woonplaats van de lieden van Wulfahari (mansnaam), later via Ulderum, Uldrum en Oldrum en Olrum uitgekomen op Ulrum in de late Middeleeuwen.
Schimpnamen voor de inwoners: Vlintboksems, Roodneuzen, Platneuzen, Lakneuzen en Witborstjes.
Lit.: D. Moolenaar, Het orgel in de Hervormde kerk te Ulrum. Publicaties Stichting Groningen Orgelland n (1987); ).W. Zonderman, Kerken met een leeuw in de gemeente Ulrum: Ulrum, Niekerk, Vierhuizen (Ulrum 1983); C.H. Peters, ‘De kerk der Nederl. Herv. Gemeente te Ulrum’, GVA 1918, 100-120.