(Bedum 1925)
Schaatsenrijder die grote bekendheid verwierf toen hij in 1963 achter Reinier Paping tweede werd in de meest barre en heroïsche elfstedentocht die ooit verreden is. Kampioen der verslagenen’ werd Uitham genoemd. In datzelfde jaar won hij wel de Noorderrondritten. Als zeventienjarige maakte hij zijn debuut in de klassieke tocht langs de Friese elf steden (1942). Nadien reed hij er nog zes. Jan Uitham was geen stilist, maar moest het vooral hebben van zijn geweldige doorzettingsvermogen.
Dat bleek in 1997 toen hij drie kilometer voor de finish op de Bonkevaart viel en daarbij zijn heup brak. Desondanks reed de man uit Noorderhoogebrug de tocht uit. Toen in de jaren ’70 de kunstijsbanen in zwang kwamen, was Jan Uitham een van de pioniers van het marathonschaatsen in moderne vorm.
In 1998 werd Uitham nog even actief in de zijlijn van de politiek. Voor de partij De Groningers was hij lijstduwer voor de verkiezingen van de Provinciale Staten.