(Horstmar [Westfalen] ca. 1608? - Groningen 1665)
Als olderman van het kleermakersgilde (lid vanaf 1635) slachtoffer in de machtsstrijd tussen Raad en gilden in Groningen, kort voor het eerste conflict met de bisschop van Münster. Door zijn huwelijk met Jantien Jasons (1636) onderhield hij diverse contacten met familieleden in Groningen en Drenthe. Rijkdom maakte hem waarschijnlijk invloedrijk. Zijn door de gilden afgedwongen benoeming in de Gezworen Meente, in 1662, draaide de Raad al na enkele maanden terug. Ondanks eerdere toezeggingen werd hij in december opgepakt, samen met Schulenborgh, Warendorp en Harckens. In januari 1663 volgde zijn doodvonnis, maar deze straf werd omgezet in levenslange verbanning.
Sinds zijn verblijf in Bentheim hield hij een dagboek bij. Daaruit blijkt dat Udinck in 1665 uit zijn ballingsoord naar Drenthe vluchtte voor de oprukkende troepen uit Münster. Bij de Ponterbrug op de Drents-Groningse grens werd hij gearresteerd. Op ondeskundige wijze werd hij in november 1665 alsnog onthoofd, beschuldigd van sympathie voor de bisschop. Udinck was een rechtlijnig calvinist, met interesse voor politiek en theologie. In zijn jeugd reisde hij naar Frankrijk.
Lit.: H. Niebaum en F. Veldman, Tot tijdverdrijf in ballingschap. Dagboek van Gerard Udinck. Een Groninger gildeleider uit Westfalen (Groningen 1956).