Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Reitdiep

betekenis & definitie

Waterloop in het W. van de provincie Groningen tussen de stad Groningen en Zoutkamp, ca. 30 km lang; oorspronkelijk de benedenloop van de Hunze en de Drentsche Aa. Deze beide rivieren liepen niet naar en door de stad Groningen, maar er aan weerszijden omheen.

Zij verenigden zich in de buurt van Harssens.Toen de stad behoefte kreeg aan verkeer te water, werd een kanaal gegraven van de stad naar Harssens en werd het Reitdiep vanaf de stad de benedenloop van de Hunze. Tot 1876 was het open water, sedertdien een kanaal van Groningen naar Zoutkamp, met een schutsluis bij Dorkwerd. Het bovenpand ligt in vrije verbinding met het Eemskanaal; het benedenpand is het Afgedamde Reitdiep tot het gemaal Electra, beneden de mond van het Kommerzijlsterdiep. Dit gemaal zorgt nu voor de waterlozing van Hunsingo, Westerkwartier en het Afgedamde Reitdiep. Voordat het Van Starkenborghkanaal gegraven werd, lag de schutsluis bij Wetsinge. Aan weerszijden, maar vooral aan de zuidkant liggen de Reitdieppolders, samen 2.700 ha.

Het open Reitdiep had verscheidene bochten die werden vergraven: die bij Garnwerd in 1628, het Adorper Rak in 1661, de Swalve in 1624. Klein-Garnwerd werd daardoor afgescheiden van Middag en De Kampen van De Marne.

Al in 1835 waren de plannen gereed betreffende de afsluiting van het Reitdiep. J. van Cleef gaf in 1836 een verdediging van die plannen uit. In 1876 werd het plan door de aanleg van de sluizen bij Zoutkamp een feit. Toenemende vaarrecreatie vanuit Groningen, Garnwerd, Winsum en Zoutkamp.

Lit.: J. Delvigne en H. Elerie, Het Reitdiepgebied. Boedelbeschrijving van een rijke erfenis (Groningen 1994).

< >