Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Piccardt

betekenis & definitie

Predikantenfamilie, afkomstig uit de graafschap Bentheim, gevestigd in Drenthe, Groningen en Oost-Friesland (17de-20ste eeuw). De Groninger leden stammen af van Gualtherus Piccardt (1602-1678), predikant te Woltersum, Loppersum en Groningen.

De zoons Johannes (1629-1680) en Alexander Piccardt (1638-1680) werden evenals hun vader predikant, Henric Piccardt (1636-1712) ging geheel zijn eigen weg. Hij was student rechten te Groningen (1653), verdween spoorloos naar Frankrijk, waar hij studeerde en promoveerde te Orléans. Ging naar Parijs, waar hij in zijn onderhoud zou hebben voorzien door als bedelaar vermomd 's ochtends op bruggen en straathoeken te zingen. Publiceerde er een Franse gedichtenbundel (1663). Had connecties in hogere kringen en werd drie jaar later kamerheer van Lodewijk XIV. Gewaarschuwd dat zijn dubbelleven was ontdekt, wist Piccardt spoorloos uit Frankrijk te verdwijnen.

Dook op in Groningen (1666) en raakte verwikkeld in de politieke strubbelingen tussen Stad en Ommelanden. Hij werd als mogelijke bondgenoot van Lodewijk XIV beschouwd en daarom als handlanger van Osebrand Johan Rengers van Slochteren c.s. gevangen genomen (1672). Al het volgende jaar werd hij wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. Door de Ommelanden tot syndicus benoemd (1674-1712) wist hij vervolgens met succes Rengers’ vrijlating te bewerkstelligen. Piccardt werkte, vermoedelijk uit politiek oogpunt, samen met stadhouder Willem III, die hem ook geld leende. Dit werd o.a. gebruikt om Fraeylema aan te kopen (1690), om de Harksteder kerk te herbouwen (1692-1700) evenals een grafkapel voor de familie, die er het buiten Klein Martijn bezat en bewoonde. Na Rengers’ dood trouwde Piccardt diens dochter Elisabeth (1657-1704).Erfgenaam en opvolger van het kinderloos overleden echtpaar Piccardt-Rengers werd een kleinzoon van Henrics broer Johannes. Zijn nazaten werden door de nasleep van de schuldenlast van hun (verre) oudoom en door onderlinge procedures geplaagd. De goederen te Slochteren en Harkstede vervielen in de 18de eeuw en moesten geleidelijk worden verkocht. Klein Martijn kon door de familie worden teruggekocht (1781); ze behield het tot 1808.

De Harksteder Piccardts zijn een typisch voorbeeld van een familie met adellijke allures, die er niet in slaagde tot de Ommelander jonkerstand te worden toegelaten.

[Feenstra]

Lit.: Duinkerken, Sinds de Reductie; Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen; Van der Meer, Patriotten; Oude luister van het Groningerland. Tentoonstellingscatalogus (Groningen 1961).

< >