Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Onsta

betekenis & definitie

Ommelander adellijk geslacht, voor het eerst vermeld in 1326. De zeven zonen van Onno Onsta (gest. 1398) vormden in de partijstrijd van rond 1400 de machtigste familie van de Ommelanden.

Naar hen wordt de Ommelander partij die zich met de Friese Vetkopers verbond, wel de Onsta-partij genoemd. Zijn twee dochters huwden met leden van de families Ewesma (Van Ewsum) en Tamminga. Aylko Onsta of Verhildema (gest. 1429) liet zich in 1398 samen met Reiner Eisinga te Zandeweer door de graaf van Holland met Hunsingo belenen. Na de inname van Groningen in 1415 werd hij tot raadsheer van die stad benoemd. Zijn vermoedelijke zoon Hidde Onsta zette het geslacht voort. Zijn zoon Abel Onsta (gest. 1483) bewoonde de Onstaborg in Sauwerd en breidde de positie van de familie in de Mame sterk uit.

Zijn zoon Eylko Onsta (gest. 1521) was nauw betrokken bij de strijd tussen de meeste Ommelander hoofdelingen en de stad Groningen die rond 1498 losbarstte. De borgen te Sauwerd en Verhildersum werden daarbij door de Groningers ingenomen en verwoest. Eylko’s kleinzoon Aepko Onsta (ca. 1516-1564) liet de borg te Wetsinge bouwen. Zijn zoon Eylko Onsta (ca. 1564-1600) was de laatste van het geslacht. De bezittingen vererfden op de nazaten van zijn zusters, de families Van der Wenge en Tjarda van Starkenborgh.Lit.: Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen.

< >