Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij,
opgericht in 1973 door de minister van Economische Zaken. Zij is de opvolger van het Noordelijk Industrialisatiebureau, dat in 1970 werd ingesteld in overleg met de Bestuurscommissie Noorden des Lands (BCN). Hoofddoel van de NOM is de versterking van de sociaal-economische positie van het Noorden door middel van investeringsbevordering. Daartoe staan de nom een aantal instrumenten ter beschikking, zoals de mogelijkheid risicodragend kapitaal beschikbaar te stellen voor deelneming in bedrijven en het instrument van kredietverlening. Als belangrijkste neventaken heeft de NOM voorts het werven van bedrijven (acquisitie) en het stimuleren van nieuwe ontwikkelingen in het noordelijke bedrijfsleven door middel van innovatiebevordering en advisering op het gebied van o.a. management en subsidie-vraagstukken. Het NOM-kapitaal wordt voor het overgrote deel door het Rijk verstrekt.
In 1997 bedroeg het totaal aan risicodragende deelnemingen 180 miljoen gulden. Over 1997 werd voor 25 miljoen aan nieuwe deelnemingen aangegaan. Bij de NOM werkten eind 1997 56 mensen.
Lit.: Jaarverslagen NOM.