Gron.: Nijkerk.
1. Dorp in de gemeente Grootegast; vóór 1990 hoofdplaats van de gemeente Oldekerk. Met Zuidhorn verbonden door onder meer de weg Niekerkerdiep Z.Z.
Hervormde kerk met tufstenen schip (rond 1200) en uit tuf- en baksteen opgetrokken toren (13de eeuw); het koor is in de 17de eeuw vervangen. Preekstoel uit 1705, gemaakt door Allert Meijer, met snijwerk van Jan de Rijk; orgel van de firma Van Oeckelen, 1894.
Aan de Zandumerweg een monument voor Menno Jeltema, een inwoner van Niekerk die in 1476 enig geld en goed naliet aan het Pepergasthuis te Groningen, op voorwaarde dat ieder jaar op de woensdag voor Pasen een ton pekelharing onder de armen van het dorp zou worden verdeeld. Tot op heden wordt deze traditie in ere gehouden.
De voormalige borg Bloemersma was onder anderen in het bezit van Rudolf de Mepsche. Diens studievriend dominee H.C. van Bijler van Niekerk schreef een werk, dat mede aanleiding gaf tot de Faanse sodomieprocessen (zie De Mepsche).
In de Middeleeuwen to der Nyerkerke, ter Nijenkercken = bij de nieuwe kerk.
2. Dorp in de gemeente De Marne tussen Ulrum en Zoutkamp, gebouwd op twee wierden.
De kerk is in de 13de eeuw gebouwd; ze is in 1629 verbouwd en van een nieuwe toren voorzien, deels met geld afkomstig van de Zilvervloot. De "'preekstoel is laat-18de-eeuws; het orgel (P. van Oeckelen) dateert van 1883. Belangrijke zerkenvloer, de oudste zerk van 1564. De pastorie (1937) is van de hand van architect W. Reitsma, die ook een tuinderswoning (1929) aan de Hoofdstraat ontwierp.
In de late Middeleeuwen ter nijerkercke = de nieuwe kerk.
Lit.: 1. Rondom de kerk van Niekerk; het kerkgebouw vanaf de 12de eeuw: een tijdsbeeld van Niekerk, Oldekerk en Het Faan omstreeks 1827 (Oldekerk 1996); Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen, 286-287;
2. Kerken met een leeuw in de gemeente Ulrum: Ulrum, Niekerk, Vierhuizen (Ulrum 198)) 60-71.