(? - ’s-Gravenhage 1567)
Luitenant-stadhouder. Studeerde in Keulen (1505-1508) en Orléans (1508-1513). In 1525 was hij kandidaat-advocaat bij het Hof van Holland, in 1526 raadsheer in het Hof van Friesland. Overige functies: raadsheer in Hof van Holland 1537-1538; president van het Hof van Utrecht 1538-1541; luitenant van de stadhouder van Groningen 1541-1557, tevens voorzitter van de hoofdmannenkamer; raadsheer in het Hof van Holland 1557-1567. Van Naarden was tevens uitkijkpost voor het centrale gezag in Brussel voor Noordwest-Duitsland. Hij kwam in conflict met de Groningers over het al of niet zonder zijn toestemming bijeenroepen van de Staten.
Lit.: F.J. Bakker, E. de Boer en F. Postma (red.), De briefwisseling van Maarten van Naarden met het hof in Brussel (te verschijnen in 2000).