(Groningen 1630 - Groningen 1688)
Gereformeerd predikant in Garnwerd (1653) en Groningen (1662-1683, emeritaat). Volgeling van G. Voetius; hij bewerkte een verzoening tussen Voetius en diens Groninger tegenstander, de hoogleraar S. Maresius. In de controverse tussen Mattheus en zijn tegenstander L. Velthuysen (1622-1685) over de relatie tussen kerk- en staatsgezag schreef Mattheus De noodwendigheid van het predikambt (1671).