Jaarlijkse bijeenkomst op een winteravond van de buren die samen een kluft vormden in het huis van een hunner, waarbij de olderman (voorzitter) van de kluft aftrad, de jongeman (plaatsvervangende voorzitter) verantwoording aflegde en de boetes werden opgelegd aan die buren die hun naberplichten (burenplicht), met name bij begrafenissen, niet hadden vervuld. De boetes werden dezelfde avond nog omgezet in drank en koek.
Eerst sprak men over ernstige onderwerpen en werden er psalmen gezongen, later op de avond ging men over op het vertellen van volksverhalen en het zingen van vrolijke teerlaidjes. Zie ook potvertering.
Lit.: Ter Laan, Volksleven II, 80, Overleveringen II, 159-170; NGW, 1019.