(Groningen 1683 - Groningen 1758)
Kleinzoon van Tobias van Iddekinge. Huwde in 1709 met Beerta Johanna Gerlacius. Zijn ambtelijke loopbaan begon in 1711. Vanaf 1723 was hij raadslid en in 1739 werd hij voor de eerste maal burgemeester van Groningen. Als vurig oranjeaanhanger werd hij tijdens het oproer van 1748 door een geestdriftige menigte het raadhuis ingedragen, terwijl de woning van zijn rivaal werd geplunderd.