Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Geïnterneerden, britse

betekenis & definitie

In oktober 1914 werd ongeveer 1600 man van de Britse First Royal Naval Brigade - vanuit Antwerpen gevlucht naar Nederland - ondergebracht in de stad Groningen, volgens de regels van het oorlogsrecht. Aanvankelijk werden de Britten gehuisvest in de kazerne aan de Hereweg en de Fongers Rijwielfabriek.

Begin januari 1915 verhuisden ze naar een barakkenkamp aan de Hereweg: het ‘Engelse kamp’, ook wel Timbertown genoemd. Het Nederlandse bewakingsdetachement was gehuisvest in de Martinikazerne. Het Engelse kamp telde drie grote woonbarakken, elk voor 500 personen. Daarnaast ontwikkelde zich een compleet dorpje met een recreatiebarak, schoollokalen, een kerk en sportvelden. De 51 officieren woonden buiten het kamp in hotels en pensions, op hun erewoord van niet-ontsnappen. Vier achtereenvolgende Nederlandse commandanten hadden de leiding over het kamp, maar steun en toeverlaat van de Britten was hun eigen commandant, commodore Wilfred Henderson.

Die deed veel moeite om het moreel van zijn mannen op te krikken, die leden onder hun onvrijheid, heimwee en voedselschaarste. Er werden educatieve programma’s georganiseerd, zoals een cursus navigatie, maar de Britten hielden zich het liefst bezig met sport. Ook was de eigen cabaretgroep Timbertownfollies zeer populair. De verhouding tussen geïnterneerden en Groningers liep niet altijd soepel. Tijdens het passagieren van de Britten werd veel gedronken, terwijl vrouwen op straat werden lastiggevallen. Na diverse strafmaatregelen, waarbij commodore Henderson werd ingeschakeld, verbeterde de situatie. Groningers hadden ook profijt van de geïnterneerde Britten. Zo verkochten handelaars snoepgoed en sigaretten in het kamp en zagen prostituees hun klantenkring uitgebreid. Populair waren de Britse marsen door de stad, onder begeleiding van eigen muziekcorpsen.

In januari 1916 werd de kampbevolking uitgebreid met dertig bemanningsleden van de Britse onderzeeboot E17 en in januari 1917 met negen man van de H 6. Het totale aantal kampbewoners liep geleidelijk terug, omdat steeds meer Britten in en buiten Groningen mochten werken en wonen. Ook periodiek verlof naar Engeland werd regelmatig toegestaan. Op 15 november 1918 vertrokken de geïnterneerden via Rotterdam weer naar hun vaderland. Het Engelse kamp werd toen nog korte tijd gebruikt voor de opvang van Britse krijgsgevangenen uit Duitsland, waarna het per 1 januari 1919 werd opgeheven.

[De Roodt]

Lit.: J.T. Oosterman, De geschiedenis van de interneering. De interneering van vreemde militairen in Nederland gedurende de oorlogsjaren 1914-1919 (’s-Gravenhage 1923).

< >