Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Fremy

betekenis & definitie

Uit Lotharingen afkomstig klokkengietersgeslacht. Claude Fremy (1648-1698) werkte rond 1680 met zijn broer Johan in Oost-Friesland.

Hij zette in 1681 de gieterij van zijn ooms François en Pieter Hemony in Amsterdam voort. Van hem hangen thans nog klokken in Vriescheloo (1679) en Garrelsweer (1695). Leden van de sinds het midden van de 17de eeuw in Noord-Duitsland verblijvende familietak Fremy en Fremy Heidefeld leverden verscheidene klokken in het Groningerland. Waarschijnlijk leerde Andries van Bergen (1768-1847) bij hen het klokkengietersvak. Van Johan en Mamees Fremy bleven twee klokken bewaard in Bellingwolde (1697). Andere Fremy-klokken bevinden zich in Noordhorn (1774), Westerlee (1784), Tinallinge (1787) en Midwolda (1791).Lit.: A. Rauchheld, ‘Glockenkunde Ostfrieslands', Upstalsboom-Blätter 14 (1929) 26-61.

< >