Hoofdelingengeslacht, vermoedelijk uit Drenthe afkomstig en in de 15de eeuw behorend tot het Groninger stadspatriciaat, later door huwelijk in het bezit van de borg Mentheda in Middelstum gekomen. Daar beide Middelstumer hoofdelingengeslachten elkaars concurrenten waren, was de onderlinge verstandhouding slecht, wat in 1547 tot de moord op Barthold (II) Entens leidde.
Diens zoon Barthold (III) Entens (1539-1580) was de bekende avonturier, die in de Tachtigjarige Oorlog de Staatse kant koos. Hij werd vooral als watergeus bekend. In de tijd van de inneming van Den Briel (1572) was hij vice-admiraal van de watergeuzen. Bartholds laatste - dodelijke - optreden was tijdens de belegering van Groningen in 1580, toen hij zich volgens de overlevering met een dronken kop en het deksel van een botervat als schild manifesteerde. Bartholds broer Asinge Entens (gest. 1584) sloot zich na 1580 eveneens bij de Staatse partij aan. Ook hij leidde een nogal wild leven. Mentheda werd wegens schulden verkocht (1583).De familie Entens speelde in de 17de eeuw in de Ommelanden nog nauwelijks een rol. De raadsheer Hillebrand Entens kocht in 1654 de borg Lulema in Warfhuizen, maar zijn zoon werd katholiek en verspeelde zo zijn kansen op een maatschappelijke carrière. Met diens zoon Hillebrand Coppen Entens stierf de familie in 1716 uit.
Lit: NNBW VI, 483-485.