Dorp ten Z.O. van Scheemda aan een zijtak van het Winschoterdiep. Ten Z.W. ervan ligt Eexterhamrik, naar Heiligerlee loopt de Eexterweg, ook Eeksta of Eekste.
De omstreeks 1275 gebouwde kerk, sterk verwant aan die van Zuidbroek, werd in 1870 afgebroken. In de nieuwe kerk (1871) zijn de preekstoel (1636), het orgel (oorspronkelijk ouder dan 1661, verbouwd in 1704,1732,1758 en 1872) en de avondmaalstafel uit de voormalige kerk overgebracht. In de oude kerk bevond zich een 12de-eeuws sarcofaagdeksel, waarschijnlijk afkomstig uit een eerdere kerk, en rond 1600 opnieuw gebruikt als grafsteen voor een Eexter kerkvoogd; het bevindt zich nu in de toren van Scheemda. Het hoofdgebouw van de pastorie dateert uit de 13de eeuw en is een van de oudste pastorieën in Groningen. Het is in belangrijke mate ongewijzigd gebleven.
In de Middeleeuwen Ext, Eghiste, Egeste. Betekenis: a) woning (sta) bij de eik (eek) of b) garstgronden (hier akkerland) aan de Ae (waternaam).
Lit.: J.P. Koers, Eexta. Kerk en karspel in het Oldambt (Scheemda 1994); J. Molema, ‘Van de Mieden, Egeste en Broke. De middeleeuwse nederzettingsgeschiedenis van het zuidwestelijk Wold-Oldambt in kort bestek’, Groninger Kerken 10 (1993) 129-136.