Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Derks, alle

betekenis & definitie

(Meeden 1670 - ? 1733)

Werd in 1699 leraar en in 1711 oudste bij de Groninger Oude Vlamingen. Maakte zich zeer verdienstelijk bij de opvang van de in 1710 en volgende jaren om hun geloof uit Zwitserland vertrokken doopsgezinden. Doopte in 1713 in Uithuizen een gereformeerde opnieuw en geraakte daarover in conflict met Alberda van Nijenstijn, de redger. De laatste verzocht de uitlevering van Derks aan het stadsbestuur van Groningen, waarnaar deze was uitgeweken. Derks kon het stadsbestuur genoegzaam inlichten, zodat de redger geen gehoor werd verleend. Derks vertrok in 1723 naar Polen, maar keerde later in Groningen terug. Hij gaf de in doopsgezinde kring veelvuldig gebruikte ‘Biestkens-bijbel’ opnieuw uit en publiceerde in 1732 een bundel stichtelijke gezangen, Lusthof des Gemoets.

Lit.: S. Blaupot ten Cate, Geschiedenis der doopgezinden in Groningen, Overijssel en Oost-Friesland I (1842) 158-159.

< >