Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Delfgaauw, bernard maria ignatius

betekenis & definitie

(Amsterdam 1912 - Haren 1993)

Filosoof. Studeerde Nederlands, geschiedenis, wijsbegeerte en Hebreeuws aan de Gemeentelijke Universiteit (Amsterdam). Promoveerde in de wijsbegeerte te Amsterdam (1947). Hij was leraar te Haarlem, privaatdocent te Amsterdam (1947), wijsgerig medewerker aan het Psychiatrisch Instituut Heiloo (1933-1961) en tot slot hoogleraar wijsbegeerte en geschiedenis van de wijsbegeerte te Groningen (1961-1982). Tijdens zijn studie (1952-1953) verbleef hij te Parijs, Leuven en Freiburg (hij studeerde o.a. bij Lavelle, Le Senne, Berger, Blondel). Delfgaauw was een bekende van Marcel, Sartre, De Beauvoir, Wahl, Merleau-Ponty en Hyppolite, maar zei hij: ‘Ik had de neiging filosofen als Bachelard en Lacan te ontlopen’.

Tevens onderhield hij relaties met Heidegger, De Lubac, Daniélou. Hij was een groot kenner van Kierkegaard. Samen met R. Bakker was hij een van de eersten die de ‘moderne’ Franse filosofie in Nederland introduceerde. Zeer betrokken was hij bij de verhouding tussen christendom en wijsbegeerte; hij bevorderde de emancipatie van katholieken door in gewone taal het socialisme van Marx en de evolutieleer van Teilhard de Chardin te verbinden met de christelijke leer (drie delen Geschiedenis en vooruitgang). Daarnaast verrichtte hij belangrijk werk op het gebied van de emancipatie van de sexualiteit.

Geleerdheid verbond Delfgaauw steeds met sociaal-politieke betrokkenheid: zijn leus ‘Johnson moordenaar’, waarmee hij ten tijde van de Vietnamoorlog juridische vervolging riskeerde, zag hij als een wijsgerige uitspraak. In 1990 werd hij ten onrechte beschuldigd van antisemitisme gedurende WOII. Na zijn emeritaat raakte hij in toenemende mate geïnteresseerd in filosofische grammatica en taalanalytische filosofie. Delen van zijn werk zijn vertaald in het Engels, Spaans, Duits, Italiaans en Koreaans. Delfgaauw was de grondlegger in 1965 van de Centrale Interfaculteit der wijsbegeerte van de RUG. Bij zijn studenten was Delfgaauw nauw betrokken, maar hij was geen bevlogen docent.

Hij stond bekend als een bekwaam bestuurder. Alle eerbewijzen voor zijn bestuurlijk en wetenschappelijk werk wees hij resoluut van de hand.

[Vanderjagt]

Lit.: R. Bakker en H.G. Hubbeling (red.), De filosofie van Bernard Delfgaauw (Bussum 1982); J. Boelens, Filosoferen met Bernard Delfgaauw (Kampen 1992) (inclusief zijn bibliografie); J. Bartels, ‘Geschiedenis en vooruitgang. Het filosofisch denken van Bernard Delfgaauw’ in: H.A. Krop e.a. (red.), Beoefening van de filosofie in Groningen van 1614 tot 1996 (Hilversum 1997) 285-298.

< >