Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Chirurgijnsgilde

betekenis & definitie

Werd in Groningen in 1597 opgericht. Lidmaatschap was noodzakelijk voor het uitoefenen van de heelkunde.

Om chirurgijn te worden moest men als leerjongen en later als knecht in de leer bij een meester. Bij de meesterproef moest de leerling blijk geven van anatomische kennis, chirurgische vaardigheden en het kunnen maken van zijn eigen gereedschap. Een chirurgijn trok tanden en kiezen, knipte en schoor, zette beenbreuken, deed schedelboringen of amputeerde. Inwendige operaties werden overgelaten aan rondtrekkende operateurs. Het gilde werd in 1798 opgeheven.Lit.: F.G. Huisman, Stadsbelang en standsbesef. Gezondheidszorgen medisch beroep in Groningen 1500-1730 (Amsterdam 1992).

< >