Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Château-lafite

betekenis & definitie

Rode Bordeaux. Pauillac in de HautMédoc, Frankrijk

Château-Lafite - een van de beste rode Bordeauxwijnen, dus een van de meest elegante wijnen ter wereld - heeft 8 eeuwen geschiedenis achter zich. In 1234 behoorde het toe aan een zekere Gombaud de Lafite en 100 jaar later waren zijn wijnen al beroemd. Mme de Pompadour serveerde hem in de 18de eeuw en Mme Dubarry verklaarde dat, gezien het feit dat de koning de Bordeaux prefereerde, er voor haar geen andere meer was. In dit wijngoed beweert men dat deze Bordeaux alleen maar een Lafite kon zijn, en dat is misschien nog waar ook.

Een tijdlang was het wijngoed eigendom van Alexandre de Ségur, die ook Chateau-Latour en Chateau-Calon-Ségur in bezit had. In 1794 verviel het aan de Staat, nadat zijn toenmalige eigenaar (een voorzitter van het parlement van Guyenne) onder de guillotine was gestorven. Daarna werd het gekocht door een Hollands syndicaat. Uit die dagen dateert het eerste gebruik van flessen voor het bewaren van wijn. Daarna kwam Chateau-Lafite in bezit van een Engelse bankier, sir Samuel Scott. Het werd geveild in 1868, en de familie de Rothschild kreeg het destijds voor een dermate hoge prijs in bezit, dat volgens de toenmalige grapjes alleen een Rothschild zich deze luxe kon permitteren.

Het wijngoed ging namelijk naar baron James de Rothschild voor een bedrag dat nu zou overeenkomen met ongeveer 15 miljoen frank. Door een merkwaardige samenloop van omstandigheden - wellicht echter toch niet zo ongewild - heeft de bank Rothschild zijn zetel in de Rue Laffite in Parijs.

Op de eerste etiketten ziet men Lafite geschreven met 2 t’s of twee Ps, of zelfs beide. De naam is afgeleid van het oude Médocse woord lahite, dat de hoogte betekent. Lafite is gelegen op de hoogste heuvel van Pauillac, aan de grens met Saint-Estèphe, en ligt hoog boven de moerassen die zich uitstrekken aan de oever van de Gironde. Vanuit zijn vensters kan men grote schepen naar de Atlantische Oceaan zien glijden en op dagen met mist hoort men de misthoorns.

De eigenaren van Lafite-Rothschild zijn familie van Philippe de Rothschild die Chateau Mouton Rothschild in bezit heeft, en de twee wijngoederen grenzen aan elkaar. Er heerst tussen hen een wedijver die in de handelswereld van Bordeaux heel wat praatjes teweegbrengt. Lafite wordt bereid uit Cabemet Sauvignon, Cabernet Franc, Petit Verdot en een flinke hoeveelheid Merlot, waaraan hij zijn befaamde zoetheid te danken heeft. Mouton van zijn kant, die heel weinig Merlot verbouwt, is voor 70% bereid uit Cabemet Sauvignon, waardoor hij harder is.

Lafite is zeer trots op zijn grote naam en geeft deze alleen aan zijn wijnen van absoluut eerste keus (wijn van jonge aanplant heeft er nooit recht op), terwijl wijnen van geringere waarde worden verkocht onder de naam Moulin des Carmades. Deze tak van De Rothschilds bezit eveneens Château-Duhart-Milon in → Pauillac, Clark-Malmaison in Saint-Estèphe - onlangs aangekocht en zelfstandig geleid door Eric de Rothschild - en Château-La Cardonne in de Bas-Médoc.

Het Château-Lafite-Rothschild beslaat 120 ha, waarvan driekwart voor wijnbouw wordt gebruikt. Net als in de andere wijngaarden van de Médoc zijn de wijnstokken geplant op onderlinge afstand van 1 meter en zorgvuldig opgebonden langs 2 of 3 rijen dunne stokjes, zodat ze niet worden beschadigd door aanraking met de grond, door de ploeg of zelfs bij krachtige wind. Evenals elders in de Médoc zijn de dwarssteunen op 35 cm van de grond aangebracht, waardoor elke wijnstok horizontaal wordt geleid.

De eigenaren van Lafite beweren dat de noord-zuid ligging van hun wijnvelden een vroegtijdig rijpen bevordert en dat de velletjes van de druiven dun zijn door het heiige klimaat. Al rijpend krijgen de druiven een glazig doorschijnend aanzien. Vanaf dat ogenblik mag niemand meer een voet op het wijnland zetten, omdat de geringste aanraking de druiven zou kunnen beschadigen.

De wijnschuren liggen gegroepeerd rond het kasteel, en de 24 kuipen van Bosnisch eikehout in het grote opslagcentrum bevatten elk 12 500 liter. Het op een mooi terras uit de 18de eeuw gebouwde kasteel is afgebeeld op de etiketten. De wijnstokken groeien tegen de tuinmuren op; het huis is gebouwd uit vale stenen, waarop in reliëf het groen van 2 magnolia’s te zien is en een oude ceder.

De muren van de kelders zijn zwart uitgeslagen en het lijkt wel of er een vacht ligt over de flessen. De 4 lange gangen worden verücht met smeedijzeren kandelaars, voorzien van elk 6 elektrische kaarsen. Er zijn rijen flessenrekken te zien met daarboven een houten bordje waarop het jaar is vermeld. Het oudste jaar is 1797; andere bordjes geven aan: 1801, 1805 en 1811, het jaar van de Komeet, het beste jaar uit het begin van de 19de eeuw. Ook 1870 was een roemrucht jaar in de geschiedenis van Lafite. Andere grote klassieke jaren waren 1893, 1895, 1900, 1906, 1923 en 1926.

Goede jaren waren: 1874, 1875, 1878, 1899, 1904, 1911 en 1916. In 1905 was de wijn licht, maar exquisiet van smaak; die van 1934 was vol en mollig. De wijn van 1945, hoewel zeer langzaam rijpend, zal altijd als een meesterwerk aller tijden geboekstaafd blijven. Uitstekende jaren waren 1949 en 1952; 1953 was een van de beste uit de laatste 30 jaar en een van de klassieke voorbeelden van wat een Lafite kan zijn. Sindsdien is het fraaie wijnjaar 1955 overtroffen door de fantastische jaren 1959, 1962, 1966 en 1970, en vooral door de wijnen van 1978, 1981, 1982 en 1983 die uitzonderlijk hoge prijzen hebben opgebracht. Lafite heeft in de eerste paar jaar van de jaren ’70 een zwakke periode doorgemaakt, maar met de oogsten van 1975 en 1976 werd de weg terug, naar het hoogste niveau, weer ingeslagen.

Gezien het feit dat wijn langzamer, dus beter, rijpt in grote flessen, ligt in de kelders van Lafite een groot aantal magnums, dubbele magnums en impériales opgeslagen.

In Lafite telt men jaarlijks ongeveer 5000 van deze lekkende flessen. Bijzonderheden: in grote jaren, als de Lafite ten volle is geslaagd, is het een wijn van de hoogste klasse, begiftigd met een grote finesse waaraan de Merlot een heel bijzondere soepelheid meedeelt. Hij is stevig en tegelijkertijd delicaat en soepel. Met het ouder worden neemt de lichtvoetigheid toe. Maar ook minder goede jaren geven toch nog uitstekende wijnen, lichter dan de grote wijnjaren, maar altijd geurige raswijnen met een diepe smaak.

Oppervlakte-. 95 ha

Gemiddelde produktie: 250 tonneaux (22 000 kistjes)

< >