Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Nabal

betekenis & definitie

(dwaas) waarschijnlijk een spotnaam van een rijk grondbezitter in Maon, in het Zuiden van Juda. Deze hield bij den Karmel een feest van het schapenscheren.

Bij die gelegenheid liet David, die Nabals kudden beschermd had tegen roofaanvallen van de woeste woestijnbewoners om geschenken vragen. Nabal stiet de boden van David van zich af, door trots en gierigheid gedreven, doch het gelukte Abigaïl, Nabals vrouw, om door wijze en voorzichtige bemiddeling den toorn van David, die zeer geraakt was, af te wenden.

Toen Nabal bemerkte, wat er gebeurd was, kreeg hij een beroerte, misschien wel door ergernis over wat zijn vrouw gedaan had. Abigaïl werd later de huisvrouw van David (1 Sam. 25 : 3 e. v.).

< >