Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Mahdi

betekenis & definitie

Met de orthodoxe Soennieten kregen de Sji’ieten (partij van de familie van Ali, den vierden kalief) verschil over het imamaat (zie art. Imam); zij wilden Ali erkend hebben als den eersten kalief na Mohammed, daar naar hun opvatting het kalifaat had moeten blijven in de familie van Mohammed; verder zijn zij er toe gekomen om te spreken van twaalf imams, die heimelijk het wereldbestuur voerden, en van wie de laatste is verdwenen, doch wederkomen zal tegen het einde der wereld; die laatste is de Mahdi.

Vooral in Perzië is deze leer der „twaalvers” overheerschend geworden; volgens Goldziher zijn, niet Perzische beschouwingen, doch de Joodsche en Christelijke Messiasverwachtingen, bepaaldelijk de Christelijke opvattingen over Jezus’ wederkomst, voor het opkomen van deze Mahdi-ideeën van beslissende beteekenis geweest ; door het aanvaarden dezer leer tot staatsgodsdienst in Perzië (16e eeuw) kreeg de strijd tusschen het Soennitische Turkije en het rijk van de Sjah’s een fanatiek godsdienstig karakter.

Met dat al is toch in wijden kring der Mohammedanen-wereld het geloof verbreid, dat, nog vóór Jezus’ wederkomst ter bevestiging van de waarheid van Mohammeds zending, een volmaakte kalief uit Mohammeds geslacht verschijnen zal, de Mahdi, die „de aarde met gerechtigheid zal vervullen, zooals zij nu vervuld is met onrecht”. Tusschen de periode van den Mahdi en Jezus’ wederkomst zal nog komen de Antichrist (Daddjal), die velen tot afval zal verleiden.

Voor Moslimsch geloof en fanatisme boden de Mahdi-verwachtingen gedurig weer steun en hoop: b.v. de beweging in Soedan (Egypte) in 1880; en in den allerlaatsten tijd gaf zich Mirza Ghulam Ahmad voor Mahdi uit; hij predikte niet den bloedigen oorlog, doch zag in de vele overgangen van Mohammedanen tot het Christendom de vervulling van Mohammeds profetie, dat 70.000 Mohammedanen den Daddjal zullen volgen (Ahmadijja-beweging).

Niet zoo sterk verbonden met den Islam, leven toch ook op Java Mahdi-voorstellingen: het boek Poestaka Radja Poerwa (het oude Koningsboek) voorspelt, dat, onder de regeering van den 10en vorst, op Java de heilige godsdienst zal komen, dien de Javanen hebben te volgen; vooral Midden-Java heeft de mondelinge overleveringen over den Ratoe-adil (den rechtvaardigen vorst), die, na een tijd van diep verval, recht en godsdienst in een nieuwen en volmaakten vorm tot heerschappij zal brengen; waarin de Zending een geschikt aanknoopingspunt heeft tot de prediking, dat de Ratoe-adil verschenen is in den Christus der Schriften.

< >