Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Mahatma

betekenis & definitie

De theosofie gaat uit van de overtuiging, dat de wereld een verschijning Gods is. Zij is dus een vorm van pantheïsme.

Het eenig werkelijke in alles, ook in den mensch, is God. Uit dezen God vloeit de wereld der verschijnselen uit in elkander opvolgende graden en zij keert in eindelooze herhalingen tot God weder.

Het heelal bestaat in zeven vlakken van zijn, waaraan zeven bewustzijnsvlakken beantwoorden bij den mensch. Door zich boven het physisch bewustzijn te verheffen kan de mensch op aarde in de hoogere werelden inzicht verkrijgen.

Het is des menschen roeping door meditatie en askese de fijne geestelijke krachten in zich te ontwikkelen en zoo te komen tot het bewustzijn van zijn goddelijk ik. Dan wordt hij geschikt eene kennis te verkrijgen, die met de wetenschap op eene lijn staat, zoodat hij een bovenzinlijke wetenschap deelachtig wordt, die het wezen van alle religies in zich bevat.

Hij verkrijgt alzoo den sleutel van dendieperen zin van alle godsdiensten. Dit is een geheime wetenschap, die teruggaat op hetgeen het eigendom was van een gemeenschap van ingewijden, van met buitengewone krachten begaafde „meesters”, de „mahatma’s”, die in zeer oude tijden hun zetel hadden in Centraal-Azië en waarmede de stichters der groote godsdiensten en ook mevrouw Blavatsky in geestelijke aanraking zouden verkeerd hebben.

Voor deze theosofie is dus de ware kern van alle godsdiensten dezelfde, ofschoon Brahmanisme, Buddhisme en Hinduisme bij deze theosofie in het hoogste aanzien staan. Met occultisme, spiritisme en allerlei mystische bewegingen is zij ten nauwste verwant.

De gemeenschap met de „mahatma’s”, waarop zij zich beroepen, wijst dit uit. Met de Christelijke kerk in al hare openbaringsvormen heeft deze theosofie, dank zij haar pantheïstisch occultisme, niets gemeen.

Het is een vorm van heidendom uit het Oosten overgebracht naar het Westen.

< >