Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Johannes Clericus

betekenis & definitie

Alias Jean le Clerc, 1657—1736, geboren te Genève, studeerde daar, te Saumur en te Londen in de theologie en de philosophie, en werd in 1684, onder invloed van Ph. h Limborch, benoemd tot hoogleeraar aan het Seminarie der Remonstranten te Amsterdam, en belast met het onderwijs in de oude letteren, het Hebreeuwsch en de Wijsbegeerte. Een professoraat in de godgeleerdheid durfde men hem niet geven, omdat hij algemeen bekend stond als Sociniaan.

Toch werd hem later ook het onderwijs in de kerkgeschiedenis opgedragen. In 1728 verloor hij, terwijl hij stond te doceeren, plotseling zijn spraak en ookgrootendeels zijn geheugen.

Clericus was een man van veelzijdige wetenschap, die vele werken geschreven heeft, welke hem doen kennen als voorlooper der vrijzinnige richting. Behalve studiën over Oud-Testamentische critiek en exegese, verscheen van zijn hand een Schriftverklaring, „vrij van dogmatische vooroordeelen”, gelijk het heet, d. w. z. losgemaakt van en in tegenspraak met wat de kerken der reformatie in hun belijdenisschriften hadden uitgesproken.

Bekend is vooral de door hem in 1698 bezorgde nieuwe editie van de door J. B.

Cotelerius (✝ 1686) in 1672 uitgegeven Apostolische Vaders. [ 20.

< >