Graaf van, kasteel Tilly in Brabant, 1559; f 1632, Ingolstadt. Jezuïet en soldaat, leert onder Parma de krijgskunst, vecht tegen de Bohemers, de Turken en de Denen; en wordt een der belangrijkste figuren in den dertig-jarigen oorlog.
In 1630 vervangt hij Wallenstein als opperbevelhebber der Keizerlijken. Hij wordt in 1631 door Gustaaf Adolf bij Leipzig verslagen en neemt in hetzelfde jaar Maagdenburg in, dat hij aan plundering overgeeft; het daarop volgende jaar lijdt hij aan de Lech een nieuwen nederlaag, hij wordt daar doodelijk gewond en sterft in het door de Zweden belegerde Ingolstadt.
Tilly heeft de zaak van Catholicisme uit overtuiging gediend en in den vreeselijken dertig-jarigen oorlog heeft hij zich niet verrijkt. Waarschijnlijk heeft hij niet rechtstreeks de hand gehad in de onbeschrijfelijke wreedheden, waaraan de Walen en Kroaten zich bij de plundering van Maagdenburg hebben schuldig gemaakt: Het moreele overwicht en de ijzeren tucht van een Gustaaf Adolf of van een Cromwell alléén, waren in staat de soldaten van dien tijd, na langdurigen en bloedigen wederstand, het plunderen, moorden en branden te verhinderen.