komt alleen voor in Zach. 12 : 11, waar de klacht die het volk Israël eenmaal zal aanheffen over den doorstoken Messias vergeleken wordt met de klacht van Hadad-Rimmon in het dal van Megiddo. Daar stierf eens Josia in den strijd tegen Farao Necho (800 v.
C.) en deze werd volgens 2 Kron. 35:25 e.v. zeer beklaagd na zijn dood. Men verklaart Zach. 12 : 11 het veiligst aldus: rouwklage over Hadad-Rimmon d. w. z. over wat daar plaats vond.
Men moet de plaats waarschijnlijk zoeken drie kwartier van Ledschun, een plaats, die men voor Megiddo houdt. Daar ligt een dorp Rummanah en die plaats zou dan Hadad-Rimmon zijn.