Geboren 6 Mei 1848, te Berlijn, en aldaar overleden 5 October 1922, is een bekend geleerde op ’t gebied der Oud-Testamentische wetenschap en der na-Bijbelsche Joodsche literatuur. Vanaf 1877 is hij professor aan de Berlijnsche universiteit geweest.
Reeds vroeg stond hij onder invloed van den grooten Oud-Testamenticus en kenner der Judaica, Prof. Franz Delitzsch.
Ofschoon hij voor de Jodenzending niet die beteekenis gehad heeft als Delitzsch, heeft hij zich daarvoor toch zeer verdienstelijk gemaakt.Hij heeft aan het door hem te Berlijn gestichte Institutum Judaïcum bij tal van jonge theologen, behalve zin voor de wetenschappelijke behandeling der rabbinistische literatuur, ook belangstelling voor de Zending onder de Joden gewekt.
Jarenlang was hij voorzitter van het uitvoerend comité, dat internationale conferenties voor Jodenzending voorbereidde.
Onder de Joden stond Strack in hooge eere, wijl hij het meermalen voor hen opnam tegenover antisemietische aanvallen. Inzonderheid heeft hij in zijn: Das Blut lm Glauben und Aberglauben der Menschheit, een doorwrochte, af doende, wetenschappelijke weerlegging gegeven van de z.g.n. „bloedbeschuldiging”, die de eeuwen door telkens weer is opgedoken tegen de Joden.
Nog in 1921, op 72-jarigen leeftijd, heeft hij in een brochure: Jüdische Geheimgesetze ? den Joden recht laten wedervaren tegenover de valsche voorstelling als zouden de Joden krachtens geheime afspraken streven naar de wereldheerschappij, die gegeven werd in de z.g.n. Protocollen van de wijzen van Zion.
Van zijn werken noemen wij nog zijn: Hebreeuwsche Grammatica, Inleiding op het Oude Testament, Commentaar op Genesis, Exodus, Leviticus en Numeri, Inleiding in Talmud en Midrasch, de fototypische uitgave van het Münchener handschrift van den Talmud (het eenige bekende volledige) in 1912 bij Sijthoff, Leiden, tal van Mischna-tr act aten met vertaling en aanmerkingen, en het voor de Nieuw-Testamentische studie zoo hoogst belangrijke werk, waarvoor hij gedurende zijn gansche leven schier stof verzamelde, dat in zijn levensavond uitkwam (en een gedeelte zelfs eerst na zijn dood): de door hem in samenwerking met P. Billerbeck uitgegeven Kommentar zum Neuen Testament, aus Talmud und Midrasch.