I. Frans Delitzsch werd in 1813 te Leipzig geboren en ving na volbrachte studie zijn arbeid als privaatdocent aan in diezelfde plaats.
Van 1846—1850 was hij gewoon hoogleeraar in Rostock, van 1850—1867 in Erlangen en sinds 1867 arbeidde hij als een nestor in de kennis der Oud-Testamentische wetenschap te Leipzig. Hij behoorde tot het rechtzinnige Lutheranisme.
Zoowel zijn academische als zijn litterarische arbeid is zeer vruchtbaar geweest. In verbinding met Keil bewerkte hij een verklaring over alle boeken des Ouden Testaments.
Hij was van behoudende richting en ging niet mede met de in zijn dagen heerschende critiek over de Heilige Schrift. Enkele artikelen in het Tijdschrift voor kerkelijke wetenschap en kerkelijk leven waren van zijn hand.
Hij werkte ook mede aan de 2de uitgave van Herzogs Real-Encyclopaedie. Bijzonder belangrijk was zijn Nieuwe commentaar over Genesis.
Delitzsch houdt het openbaringskarakter van het Oude Testament overal vast. Hij was een vriend van de Jodenzending.
Daarom vertaalde hij het Nieuwe Testament in het Hebreeuwsch.
Behalve vele boeken des Ouden Testaments verklaarde hij ook den brief aan de Hebreeën.
Van groote beteékenis is zijn System der biblischen Psychologie, 2e druk 1861, en Das System der Apologetiek. Voorts leverde hij ook kleinere geschriften.
Delitzsch was een goed filoloog, een uitnemende Hebraicus; maar soms heeft hij in zijn verklaring zich meer laten leiden door zijn dichterlijke fantasie dan door de strenge regelen der hermeneutiek.II. Friedrich Delitzsch, zoon van den vorigen, geboren 1850, professor in de Assyriologie te Leipzig. Op dit terrein heeft hij veel verdiensten gehad. Hij was de man, die in het Babel und Bibel op den voorgrond stond en het openbaringskarakter van het Oude Testament prijs gaf, wat het ongenoegen van, keizer Wilhelm en vele geleerden opwekte.
