Johan Godfried Carel (‘Johan’); geb. Amsterdam 14 november 1865, overl. aldaar op 12 oktober 1927.
Woonde en werkte in Amsterdam, Algiers 1895-1898, Amsterdam tot 1903, Abcoude (en ’t Gooi) tot 1906, Blaricum, Amsterdam 1908, Brussel, Watergraafsmeer tot 1917, Abcoude-Baambrugge tot 1922, Abcoude tot 1927; werd op 28 september 1927 uit het bevolkingsregister aldaar afgevoerd wegens vertrek met onbekende bestemming; woonde en werkte zijn laatste levensjaren te Brussel. Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam (1883-1888). Aquarelleerde, tekende en etste, landschappen, maar was vooral ook illustrator (figuren enz.). Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonstellingen Arnhem 1890,1893 en 1901, Amsterdam 1903: aan het water (tekening); oude snoeper (pentekening); Faust (ets); diverse figuren (tekeningen).
Luns; Plasschaert; Scheen 1969; Waller.
