Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

ZON

betekenis & definitie

het hemellichaam, waarom de aarde met andere planeten een baan beschrijft. De zon is de lichtdraagster voor de dag, door God geschapen, Gen. 1 : 16, en door Hem in stand gehouden Jer. 31 : 35; Matt. 5 : 45; Hij bepaalt haar gang, Ps. 104 : 19.

Haar schijnsel is van betekenis voor de plantengroei, Deut. 33 : 14; 2 Sam. 23 : 4. Haar loop aan de hemel brengt de psalmdichter tot zijn lofzang; treffend beschrijft hij ook, dat de zon hoog aan de hemel staat op het middaguur; de stralen van de zon vallen dan loodrecht, Ps. 19 : 7. Aan Israël was de godsdienstige verering van de zon, welke o. a. in Egypte en Babylonië verbreid was, uitdrukkelijk verboden, Deut. 4.Ps. 84 : 12 betekent „zon” borstwering van een vestingmuur.

< >