Vollen is een bewerking van wollen stoffen, vooral laken, om ze vaster en dichter te maken, te „vervilten”, o. a. door middel van warmte, vocht, zeep en volaarde, alsook door slaan en treden, waarbij de stof aanmerkelijk krimpt. Deze bewerking werd al vroeg toegepast, o. a. door de Egyptenaren, van wie afbeeldingen van het vollen uit de 12e dynastie bewaard zijn.
Ook bij de Israëlieten was het bekend, en de Bijbel spreekt er meermalen van, o. a. 2 Kon. 18 : 17; Jes. 36 : 2; Mal. 3 : 2; Marc. 9 : 3. Het „veld des v.” lag buiten Jeruzalem, wellicht bij de vijver, die men weleens „Vijver van Hizkia” noemt.