Joh. 6 : 1, 23; 21 : 1, is volgens de Talmoed gebouwd ter plaatse van Rakkath, Joz. 19 : 35; door Herodes Antipas, en genoemd naar Keizer Tiberius. Hij maakte het tot hoofdstad van de Tetrarchie Galilea i.p.v.
Sepphoris. De stad werd aanvankelijk door minderwaardig volk bewoond en de Joden weigerden er te komen, omdat bij de aanleg grafsteden waren verwoest. Wij lezen nergens in het N.T. dat de Here Jezus in T. geweest is. Toch is Zijn zoekende liefde ook over deze stad gegaan, want onder de vrouwen die Hem dienden uit haar goederen was ook Johanna de huisvrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, Luc. 8 : 3, en deze vrouw was uit T. Na de val van Jeruzalem werd T. de zetel van Joodse wetgeleerdheid: hier is de Misjna en de Palestijnse Talmoed ontstaan, en hier hebben de Masoreten hun belangrijk werk voor het O.T. gedaan.