een bijnaam, aan Jezus gegeven. Op vele plaatsen, waar de St.Vert.
N. leest, heeft de betere tekst Nazoreër. Marc. 1 : 24 en 16 : 6 en Luc. 4 : 34 lezen in elk geval N. Hoewel soms andere afleidingen worden gegeven, zal het toch wel het beste zijn om beide vormen te verklaren als bewoner van Nazareth. Matt. 2 : 23 kan aan Jes. 11 : 1 zijn gedacht. Hand. 24 : 5 heten de Christenen Nazoreërs.