wonende te Kana in Galilea, werd door Philippus op Jezus opmerkzaam gemaakt. Toen Jezus hem zag aankomen, prees Hij hem als een Israëliet, in wie geen bedrog is.
Jezus openbaarde aan N. Zijn wonderbare kennis, hetgeen deze tot de belijdenis bracht, dat Jezus de Zoon van God, de Koning van Israël is. Hoewel het niet met zovele woorden vermeld wordt, is N. toen blijkbaar tevens door Jezus geroepen tot apostel, Joh. 1 : 44—52. In de apostellijsten komt de naam van N. niet voor. Hij wordt doorgaans gelijk gesteld met Bartholomeüs, d. i. zoon van Tholmai, gelijk N.s vader geheten kan hebben. Bartholomeüs, vinden we na de opstanding onder de apostelen, die visten in de zee van Tiberias, Joh. 21. Het is mogelijk, dat bekendheid met N. Jezus op de bruiloft te Kana bracht.