„lustgraven”, Num. 11 : 34, daarom noemde men de naam dierzelver plaats K., want daar begroeven zij het volk, dat belust was geweest. Men noemt aan dat dit Rueis el-Ebeirig was, een heuvel 10 uur wandelen ten O. van de berg Dsjebel Moesa (de Sinai der traditie).
De omgeving heet Hebeibé: misschien leeft in die naam de herinnering aan Hobab, de schoonvader van Mozes.