2 Sam. 8 : 16; 20 : 24; 1 Kon. 4 : 3, 2 Kon. 18 : 18, 37; 1 Kron. 18 : 15; 2 Kron. 34 : 8; Jes. 36 : 3, 22 wordt deze hoogwaardigheidsbekleder aan het hof der koningen van het verenigde Israël en later van Juda genoemd. In het Hebr. heet hij mazkīr.
Dit betekent letterlijk: hij, die in herinnering roept, vermeldt. Men heeft gedacht aan een koninklijk ambtenaar, wiens taak het was, de koning aan belangrijke gebeurtenissen te herinneren en hem dienaangaande van raad te dienen. Een van de nieuwste verklaringen is die van Begrich (in Zeitschrift fur die alttest. Wissenschaft, 1940/41). Deze wil in de sōfēr, d. i. in de schrijver, en in de mazkīr twee functionarissen zien, die aangesteld zijn in navolging van wat men vond aan het hof van de Farao in Egypte. De sōfēr of schrijver is dan de secretaris des konings en de mazkīr is dan de ceremoniemeester, die alles aan het hof regelt bij audiënties, die hem berichten geeft over de stemming van het volk enz.
