Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

HANDELINGEN DER APOSTELEN

betekenis & definitie

is de naam, waaronder het 5e boek van het N.T. sinds de Oudheid bekend staat. Die naam is zeker onjuist, want het boek verhaalt ons niet de daden der apostelen, doch in hoofdzaak slechts van twee: van Petrus in het 1e deel en van Paulus in het 2e.

Wat het doel van het boek is, leert formeel 1 : 1. De schr. heeft een eerste boek geschreven, waarin hij het werk van Jezus op aarde tot aan de hemelvaart beschrijft, en thans zet hij die beschrijving voort. Materieel leert 1 : 8 het doel van het boek kennen: de apostelen zullen, bekwaamd door de H. Geest, getuigen zijn van de Verheerlijkte Heiland, eerst in Jeruzalem en Judea, dan in Samaria, ten slotte in de heidenwereld. Zo worden dus drie kringen getekend, waarin het evangelie wordt gebracht, en in elk van die kringen openbaren zich de tekenen, die de aanwezigheid des Geestes aanduiden, 4 : 31; 8 : 17; 10 : 44, welke tekenen ook verschijnen als de discipelen van Joh. de Doper, ook een eigen kring, tot het geloof komen. 19 : 6. H. is het boek van de Verheerlijkte Christus en van de H. Geest.Als schrijver van het boek werd reeds in de Oudheid Lucas genoemd, dezelfde, die het 3e evangelie schreef. Er is niets tegen dat aan te nemen. Lucas was een heidenchristen, waarschijnlijk afkomstig uit Antiochië, geneesheer van beroep, Col. 4 : 14. Beide boeken: het 3e evangelie en H., beantwoorden aan wat van het werk van een heidenchristen mag worden verwacht; ze gelijken op elkander in taal en stijl. Ze zijn beide opgedragen aan Theophilus, die blijkens de eretitel, die hij Luc. 1 : 3 ontvangt, een hooggeplaatst Rom. ambtenaar moet zijn geweest. Dat die titel in H. ontbreekt, is vermoedelijk, omdat Theophilus inmiddels Christen was geworden. Op Luc., als heidenchristelijk auteur wijzen ook de z.g. wij-stukken, 16 : 10—17; 20 : 5—21 : 18; 27 : 1—28 : 16. Dat zijn de stukken, waarin Luc. in de eerste persoon mv. spreekt, blijkbaar, omdat hij Paulus somtijds op diens reizen heeft vergezeld. In dezelfde richting wijst voorts, dat Luc. de Rom. vriendelijk gezind is en aantoont, dat Paulus, de Rom. burger, niets heeft gedaan, wat het rijk nadeel kan toebrengen.

De datum, waarop H. verscheen, is moeilijk vast te stellen. De datum hangt samen met het slot. Dat slot is door velen abrupt gevonden, omdat niet vermeld wordt, hoe het met Paulus te Rome afloopt. Men heeft vermoed, dat Lucas' papyrusrol vol was. Ook, dat Luc. van plan was een 3e boek te schrijven, waarvan ons echter niets bekend is. Voorts, dat de geschiedenis nog niet verder was gevorderd en dat Luc. dus schreef, toen Paulus te Rome was. Dat laatste is echter niet waarschijnlijk, omdat H. onderstelt, dat de strijd tussen Joden- en heidenchristenen tot rust gekomen is. Een datum 70—80 ligt meer voor de hand. Luc. eindigde, omdat het 1 : 8 gestelde doel was bereikt, het evangelie was te Rome.

Ten slotte vermelden wij, dat er enige moeilijkheid is met de tekst van H. De doorgaans gevolgde handschriften geven de tekst in de ons bekende vorm. Er zijn echter oude getuigen, die een ietwat andere tekst hebben, meestal met toevoegingen. Hand. 15 : 29 b.v. luidt daarin: u te onthouden van afgodenoffer en bloed en hoererij; en wat gij niet wilt, dat aan u zelf geschiedt, doet dat een ander niet aan (de z.g. gouden regel).

< >