Ez. 39 : 16, naam van de stad, die herinneren moet aan het dal van Gogs menigte (geej hamōn gog; hamōn = menigte). Abel denkt aan de streek van Baäl Hamon aan het dallandschap vóór Abarim, ten O. van de Jordaanmonding. — Anderen hebben dit hamön = menigte gezien in El Ledsjoen = Legio = Hadad Rimmon — dan is het dal hier bedoeld de vallei van Megiddo. — Noordtzij wil de gedachte aan een stad H. wegnemen, omdat niets naders van die stad gezegd wordt.
Met een kleine verandering vertaalt hij: „en aan zijn drukte is een einde gekomen”, wat in het verband volkomen past.