Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

HAMER

betekenis & definitie

De Bijbel noemt de h. van de steenhouwer en van de smid (1 Kon. 6 : 7; Jes. 44 : 12), de h., waarmee de nomaden de pennen in de grond slaan (Richt. 4 : 21) en van de goudsmid, Jes. 41 : 7. Bij de opgraving van Gezer zijn h. van steen en brons gevonden.

< >