1. Een Hethiet, schoonvader van Esau, Gen. 26 : 34; 36 : 2.
2. Een zoon van Zebulon, Gen. 46 : 14; Num. 26 : 26.
3. Een Zebuloniet, die Israël 10 jaar richtte. Deze 10 jaar kan men stellen 1092—1082 (Goslinga) of 1094—1085 (v. Gelderen). E. werd begraven te Ajalon in het land Zebulon. Zie Richt. 12 : 11, 12.