Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

ATHENE

betekenis & definitie

hoofdstad van Attica, naar de godin A. genoemd. Toen Paulus in A. kwam, bezocht hij een van de beroemdste centra van wijsheid, bouwkunde en kunst.

Weliswaar leefde A. toen in de nabloei, omdat de handel verplaatst was naar Corinthe, en Alexandrië de stad van wetenschap was, maar toch had het ook toen nog een grote naam. Het middelpunt van het A. der Oudheid was de heuvel Acropolis. Deze rots verheft zich 156 m boven de zeespiegel. Reeds in de steentijd was de hoogte bewoond; later werd zij koningsburcht; na de Perzische oorlogen werd de Acropolis uitsluitend bestemd voor de eredienst. Pericles liet op de rots prachige gebouwen oprichten, van het W. van de Acropolis uit toegankelijk. Een statige kolonnade, de Propylaeën, gaf toegang tot het burchtplateau. Daar verhief zich het reusachtige bronzen beeld van Athena Promachos, welks vergulde speer en helmkam flikkerend in het zonnelicht de huiswaarts varende zeelieden groette. De voornaamste tempel was het Parthenon, de tempel van het maagdelijk A.; daar stond het van goud en ivoor stralende beeld van Pallas A. Aan de N.kant lag de tempel van A. Polias (stadspatrones) en de daarmee verbonden andere goden, gewoonlijk het Erechteion genoemd. Ten W. van de Acropolis was de Areopagus, de zetel van het hoogste gerechtshof. Aan deNW.zijde van de Acropolis lag de Agora, de marktplaats omgeven door zuilengalerijen, tempels, bazars en regeringsgebouwen, waar de Atheners gaarne vertoefden. Daar predikte Paulus (Hand. 17 : 17—21). Oude schrijvers spreken er over, dat er zoveel goden in A. waren. Volgens Plinius stonden er 3000 afgodsbeelden. En Pausanias beschrijft hoe hij op de weg van de haven aan de Phaleronbaai naar de stad had genoteerd altaren voor onbekende goden, Hand. 17 : 23.

< >